Na natuur volgt Cultuur. In het plaatsje Melk is een buitenproportioneel grote abdij te vinden. Het lijkt een beetje op Monasterio San Lorenzo de El Escorial. Ook zo’n megalomaan ding gebouwd in een tijd dat de kerk heel veel macht en geld had. Het is allemaal begonnen met een Ierse koningszoon die aan het zwerven was richting Jeruzalem. Dat gebeurde wel vaker in de 16e eeuw en zoals ook vaker in die tijd, is hij er nooit gekomen. Al wandelend langs de Donau kwam hij wat xenofobe lokale inwoners tegen die hem voor zijn vreemde tongval aan een boom gehangen hebben. Als ik zo hier om me heen kijk zie je die neiging nog steeds bij sommige Oostenrijkers. Het vreemde in dit verhaal is dat het lijk niet wilde ontbinden terwijl het daar in weer en wind hing te bungelen. De conclusie was dat hij dan wel heilig moest zijn en men heeft hem toen verplaatst naar Melk en ter plekke een kerk voor hem gebouwd. Dat is in de eeuwen erna wat uit de hand gelopen. Nu is het één van de grootste toeristische trekpleisters van de regio naast de Wijn en de abrikozen natuurlijk. Hondjes worden vast niet gewaardeerd dus ik scharrel met Rakas rond het complex terwijl Barbara met de door haar geknutselde drie mensjes de schatten van abdij gaat bewonderen. 

 

Een deel van het gezin

Helaas past niet iedereen op het plaatje. Zelf was ik aan het wandelen met Rakas maar waar Benjamin gebleven is op deze selfie is niet duidelijk.

Het bezoekje duurde wat korter dan verwacht maar dat geeft dan weer ruimte in het programma voor het terras. Na het terras zijn we nog afgedaald in het centrum van Melk. Leuk plaatsje.

 

Oh, daar is Benjamin dan

Om even te laten zien dat hij er echt wel bij was.