Grote plannen voor vandaag. Het is al maandag en voordat de mannen naar Wenen gaan moeten ze toch even aangepakt worden dus Barbara heeft een wandeling naar de ruïne van Spitz op het oog. Dat heet das “Hinterhaus” en ligt een stuk boven het plaatsje. Omdat dat nog niet erg genoeg is moet ik eerst nog met haar hardlopen in de ochtend van Schwallenbach naar Willendorf. Ok, het is maar 3,74 kilometer maar hier en daar gemeen vals plat. 

Na een korte reanimatie en een verkoelende douche gaan we na de lunch achter ons dorpje de helling op. Dat gaat straf omhoog en het pad is een beetje overgroeid. 

 

Dat geeft natuurlijk schaduw en dat is wel nodig ook. Het leuke van een wandeling met drie volwassen gestudeerde kinderen is dat er altijd een wetenschappelijke discussie ontstaat over de te nemen route en doel van de wandeling. Ook in dit geval en door een wat onwetenschappelijke routeaanduiding raken we een beetje van het rechte pad. Rakas heeft daar als enige geen moeite mee maar bij de menselijke leden van het avontuurlijk gezelschap loopt die temperatuur en het volume van het debat wat op. Uiteindelijk komen we door geniale oriëntatie op zon, karakteristieke landschapseigenschappen en toeval toch weer op het goed pad. Als je heel goed kijkt kan je met wat fantasie een smiley zien in de zweetplakken op Joshua’s rug. (ik vond het in ieder geval grappig).

 

We lopen eigenlijk een stuk om en komen ook veel te hoog uit maar na ruim 300 hoogtemeters en enkele kilometers door het bos ploeteren komen we bij de ruïne. Daarna snel verder dalen voor de welverdiende Radler met: De eerste Marillenknödel! Dat is een zoet deegdingetje met een abrikoos erin. De lokale lekkernij hier. 

 

Van Spitz de ruim twee kilometer maar langs de Donau gelopen. Daar weten we tenminste van dat die weinig hoogtemeters kent. Thuis lekker zelf wat gekookt en verrast door het bezoek van drie krijsende valkkuikens. Buiten de acht katten van de buurvrouw en onze Rakas kregen die ook de aandacht van enkele lokale Oostenrijkers. Als ik dan om heen kijk kan ik de vergelijking met Volendam en Marken niet onderdrukken.