Het is een dag die van alles brengt we starten met een zonnetje maar we komen ook in een vliegende sneeuwstorm terecht. Alles kan in IJsland. Het doel is om Latrabjarg te bereiken. Dat is een enorme klif van honderden meters hoog waar veel vogels rusten en schuilen waaronder Papegaaiduikers oftewel Puffins. Die staan na Schotland al lang op het lijstje om in het echt te zien en niet opgezet in een museum.

Die klif is niet vlak naast het Hotel maar zeker vijf kwartier over Gravelwegen vol met gaten en kuilen dus je moet wel opletten. Je moet je voorstellen dat je stukken langs het water rijdt met uitzicht over het Fjord maar opeens gaat de weg dan omhoog om boven op de hoogvlakte te eindigen en dan zit je meteen in winterwonderland en dat in mei.

Je ziet de bui al in de verte hangen.

Ter plekke negeren we de elementen en de waarschuwingsborden en gaan op expeditie! De wind en de sneeuw nemen echter hand over hand toe en er laat zich geen Puffin zien. Nu hadden we al gelezen dat ze vooral in de avond terugkomen naar de kust. Behalve wat meeuwen en alken dus geen ander wildlife. Er moeten ook wel eens walvissen voorbij komen maar die hebben er vandaag ook geen zin in. We verlaten de klif en dalen af naar het enige koffiepunt in de regio waar we ook de enige gasten blijken te zijn. Omdat de uitbaatster denkt dat we gasten in haar pension zijn krijgen we onbeperkt koffie en om dit bedrog van onze kant te compenseren bestellen we een tosti en een burger. We raken aan de babbel en de mevrouw vertelt dat ze in 24 jaar nog niet zoveel sneeuw in mei gezien heeft. Ook vertelt ze dat de Puffins er wel degelijk zijn maar in de avond terugkomen. Dat stond ook al in onze reisbeschrijving. Joshua en ik kijken elkaar aan en komen tot dezelfde conclusie. Nu weer terug naar het Hotel en dan na het eten weer terug in de hoop dat het dan wel lukt en het niet meer sneeuwt. Zo gezegd, zo gedaan. Terug in het hotel schuiven we weer aan zonder bier deze keer en na ongeveer de vijfde burger voor Joshua deze vakantie stappen we weer in de auto. Zo komt de dag wel om.

We rijden onze inmiddels bekende “gevaarlijkste weg van Europa” met de gebruikelijke muzikale begeleiding van Heavy Metal terug naar de vogels. Aangekomen blijkt er nog 1 stel gek genoeg om hetzelfde te doen en we klimmen van de parkeerplaats naar de rand van de klif.

Het moet zo zijn! Staan we een beetje moeilijk over de rand te gluren hipt er een Puffin op de rand van de klif om geduldig voor ons te poseren. Echt van een meter of vier en geen spoor van angst. Een zacht gejuich gaat van onze kant op maar vervliegt in de wind. Na de fotoshoot en het wegpinken van een afscheidstraan gaan we dronken van geluk verder de berg op want je weet maar nooit.

Puffin

Dat gezegde klopt dus helemaal. Nog geen 50 meter verder zijn we helemaal alleen met een Artic Fox (klinkt beter dan een poolvos) We schrikken ons alledrie een hoedje en de rakker gaat er snel vandoor. Joshua is sneller met zijn telefoon en weet hem nog net te vangen. Later in het Artic Fox Museum leren we dat we een blauwe poolvos hebben gezien die bruin van kleur is. Op IJsland is dat de dominante soort maar over de wereld is het een zeldzaamheid. Joshua en ik zijn er allebei een beetje stil van dat we een poolvos gezien hebben wat die schuwe beesten laten zich niet snel zien. In dit geval komen ze op de vogels en de eieren af dus helemaal vreemd is het ook niet.

Je moet even goed kijken maar hij is er echt de sluwe vos.