De tussendag

Het is maandag 9 augustus en we zijn alweer aan onze laatste dag in Swallenbach toe. Het is de dag tussen Wenen en weer doorreizen dus we doen geen gekke dingen vandaag. Een wandelingetje natuurlijk, voor de hond, waarbij we dezelfde weg nemen van onze monstertocht van eerder in de week. De mannen lijken niet onder de indruk van onze verhalen en prestaties maar we zien wel weer iets van een slang of een pootloze hagedis. (hazelworm) het is aan de lezer. We zijn de berg even andersom gelopen en hebben een bospad genomen zodat je weer een andere kijk op de wereld hebt. Warm is en blijft het. We eindigen dus in ons dorp bij de “snackbar” waar Joshua een worstenbroodje at terwijl de rest het met pringels en pinda’s moest doen. 

 

Rakas is geschrokken van een levende stok

En de stok natuurlijk ook van hem.

We komen steeds meer toe aan de lokale producten die dit land te bieden heeft. Zie foto (bier en wijn). Een tweede dat opvalt is dat je overal gevraagd wordt of je een test kan overleggen, ziek ben geweest of gevaccineerd. Geimpft heet dat hier. De eerste keer moesten we even op dat woord kauwen hetgeen wanhopige blikken bij het bedienend personeel gaf maar inmiddels zijn we het gewend en grijpen meteen naar onze mobiel ook al hebben we soms op de berg geen bereik. Vaak is het gebaar al voldoende om de controlerende ober gerust te stellen. We gaan Swallenbach toevoegen aan onze Wall of Fame. (fameuze fijne plekjes in de wereld). Het biedt veel wandelmogelijkheden en alle Nederlanders gaan naar de Alpen hetgeen het voor ons weer aantrekkelijk maakt om juist deze regio te bezoeken. Je moet van witte wijn en abrikozen houden, dat wel.

 

Een BBQ hoort er gewoon bij. In het huis was er allerlei apparatuur beschikbaar waaronder een pizzaoven die niet gebruikt mocht worden maar dus ook een luxe Weber BBQ met aparte zones voor een optimale bereiding. Ondanks alle vooraf genuttigde snacks gaat het er nog prima in.

Wat te doen zonder kinderen?

De vlag is uit! We hebben na 23 jaar het rijk alleen! Wat kan je niet allemaal doen op vakantie nu je het weer helemaal voor jezelf kan beslissen. Luxe uit eten gaan, een film kijken die anders weggehoond wordt, het nachtleven van Swallenbach ontdekken, een boek lezen (ik heb er 4 mee). Zelfs vroeg opstaan om een loopje met de hond te maken in de rust en koelte van de ochtend is een aantrekkelijk beeld. De realiteit is echter anders. We eten het opgewarmde prakkie van de avond ervoor want weggooien is zonde en we sloffen langs de fruitbomen en zien een franse actiefilm die we prima met de jongens hadden kunnen doen. De boeken blijven lekker in de tas en om 22:00 uur rollen we ons bed in na een glaasje “smaragd” van de Grüner Veltliner.

 

Het eerste nachtje is opvallend rustig verlopen. Geen nachtelijk gescharrel in de gang op zoek naar het toilet om het teveel aan bier weer kwijt te raken (maal 3). Rakas trippelt nog wel wat op en neer door de verschillende kamers op zoek naar zijn baasjes. Dat is naast het geslobber uit zijn waterbak echter al zo een huisgeluid zodat we daar niet wakker van worden. Voor de rest is dit huis naast muren van minstens een meter dik ook uitgerust met in elke kamer een ventilator. Hierdoor kan zelfs Barbara bij deze temperatuur lekker slapen.
Over de temperatuur gesproken kan ik melden dat de volgende volgende dag de meest koele en natte dag van ons verblijf zijn. (ik schrijf dit de 14e) We pakken onze regenjacks want het hondje heeft recht op zijn rondje. We komen op eine Gipfel runde op de Jauerling. Dat is de hoogste berg (950 meter) in onze achtertuin en je kan met de auto bij de top komen en daar een rondje om de top lopen. Uiteraard nemen we op zo’n dag geen foto’s want dat zou het ideaalbeeld van die hier gepresenteerde vakantie alleen maar naar beneden halen.

Het uitzicht is toch erg mooi tussen de buien door en we treffen halverwege een tentje van het natuurpark aan waar je lekker kan eten en van het uitzicht genieten. Ik kan alvast verklappen dat we dat nog tot twee keer aan toe gedaan hebben. De volgende dag pakken we het echter wat ambitieuzer aan. Vandaag willen we achter ons dorp uit omhoog de berg op om te zien of we een tentje kunnen bereiken dat 2,5 uur lopen is. Het eerste deel hadden we al verkend met onze losse loopjes met de hond en dat wat toch wel pittig stijgen met een hartslag van 130-140. Vol vertrouwen dat we dat effe gaan doen nemen we water, 2 droge broodjes en 2 appeltjes mee. Blijkt dat de weg het dal uit 5 kilometer doorstijgen is met een aardig stijgingspercentage. Bij elke bocht hopen we een vlak stukje te zien om even op adem te komen maar helaas pindakaas. Bovenaan gekomen blijkt dat we voor ons tentje eerst weer moeten dalen om op de terugweg dan weer te moeten stijgen. Onder het motto we zijn wel goed maar niet gek, genieten we van ons droge broodje en dalen weer ruim 5 kilometer naar Swallenbach. Ons horloge feliciteert ons beiden met het behalen van een nieuw record “verbranden van actieve calorieën” tijdens een workout. Het is maar dat je het weet. We zijn allebei volledig gesloopt. Alleen Rakas lijkt nergens last van te hebben die lacht ons vierkant uit en huppelt de hele wandeling van links naar rechts en snuffelt aan alles. Zelfs een slang kan hem niet deren

What the F?

Geen idee wat voor slang het is maar het is gelukkig klein.

De dag na onze monstertocht zijn we weer onze Gipfel tour gaan lopen maar dit keer met mooi weer en een warme lunch op het uitzichtpunt. De Wiener Schnitzel werd geserveerd door twee in klederdracht geklede (wat oudere) lokaaltjes. Zonder haar spreektempo maar enigszins aan te passen wisten we na wat small talk een reservering voor de dag erna uit te persen om dan met volle sterkte terug te komen. Gretl vond het allemaal geweldig als we maar wel om 16:30 ons melden wan anders krijgt de kok een Burn Out. 

 

Zo is het leven weer goed!.

Opvallend is dat de prijs- kwaliteitverhouding gunstig is. Geen fancy gerechtjes maar wat je krijgt is top en veel. Prima voor Hollandse vakantiegangers dus.

Quo Vadis, Brutusjes?

Het is zover! De vogeltjes vliegen uit en laten het nest koud en vervuild achter. Terwijl de mannen Wenen gaan bewonderen de komende 4 dagen hebben Barbara en ik de tijd om te wennen aan ons voorland. Opeens geen wonderlijke WC geluiden, geen rare game melodietjes, geen volle vaatwassers en lege koelkasten, geen vieze sokken op de bank, geen laatste velletje WC papier dat kunstig op de lege rol is teruggeplakt. Maar ook geen gelach, geen filosofische bespiegelingen aan het ontbijt en geen laatste nieuwtjes van Marvel. We zullen sterk moeten zijn en ons erdoorheen moeten slaan. Dat gaat vast lukken.

 

Cultuur staat op de agenda

Het Natuur Historisch Museum.

Het museum bevat naast Dino’s en dieren een ware snoepwinkel voor Jan. Zalen vol met mineralen en buitenaards gesteente. Wat wil een aardwetenschapper nog meer? Op het menu een “black smoker” een goudklomp een flinke meteorieten. Voor info J.M. Aartsen (soon to be) MSc.

 

En dan is er een andere vorm van cultuur.

Ook wel jongerencultuur genoemd. Voor info kunt u terecht bij J.M. B. en J.Q. A tijdelijk onderkomen ergens in Wenen.

Geloof en Melk

Na natuur volgt Cultuur. In het plaatsje Melk is een buitenproportioneel grote abdij te vinden. Het lijkt een beetje op Monasterio San Lorenzo de El Escorial. Ook zo’n megalomaan ding gebouwd in een tijd dat de kerk heel veel macht en geld had. Het is allemaal begonnen met een Ierse koningszoon die aan het zwerven was richting Jeruzalem. Dat gebeurde wel vaker in de 16e eeuw en zoals ook vaker in die tijd, is hij er nooit gekomen. Al wandelend langs de Donau kwam hij wat xenofobe lokale inwoners tegen die hem voor zijn vreemde tongval aan een boom gehangen hebben. Als ik zo hier om me heen kijk zie je die neiging nog steeds bij sommige Oostenrijkers. Het vreemde in dit verhaal is dat het lijk niet wilde ontbinden terwijl het daar in weer en wind hing te bungelen. De conclusie was dat hij dan wel heilig moest zijn en men heeft hem toen verplaatst naar Melk en ter plekke een kerk voor hem gebouwd. Dat is in de eeuwen erna wat uit de hand gelopen. Nu is het één van de grootste toeristische trekpleisters van de regio naast de Wijn en de abrikozen natuurlijk. Hondjes worden vast niet gewaardeerd dus ik scharrel met Rakas rond het complex terwijl Barbara met de door haar geknutselde drie mensjes de schatten van abdij gaat bewonderen. 

 

Een deel van het gezin

Helaas past niet iedereen op het plaatje. Zelf was ik aan het wandelen met Rakas maar waar Benjamin gebleven is op deze selfie is niet duidelijk.

Het bezoekje duurde wat korter dan verwacht maar dat geeft dan weer ruimte in het programma voor het terras. Na het terras zijn we nog afgedaald in het centrum van Melk. Leuk plaatsje.

 

Oh, daar is Benjamin dan

Om even te laten zien dat hij er echt wel bij was.

Teufelsmauer

Grote plannen voor vandaag. Het is al maandag en voordat de mannen naar Wenen gaan moeten ze toch even aangepakt worden dus Barbara heeft een wandeling naar de ruïne van Spitz op het oog. Dat heet das “Hinterhaus” en ligt een stuk boven het plaatsje. Omdat dat nog niet erg genoeg is moet ik eerst nog met haar hardlopen in de ochtend van Schwallenbach naar Willendorf. Ok, het is maar 3,74 kilometer maar hier en daar gemeen vals plat. 

Na een korte reanimatie en een verkoelende douche gaan we na de lunch achter ons dorpje de helling op. Dat gaat straf omhoog en het pad is een beetje overgroeid. 

 

Dat geeft natuurlijk schaduw en dat is wel nodig ook. Het leuke van een wandeling met drie volwassen gestudeerde kinderen is dat er altijd een wetenschappelijke discussie ontstaat over de te nemen route en doel van de wandeling. Ook in dit geval en door een wat onwetenschappelijke routeaanduiding raken we een beetje van het rechte pad. Rakas heeft daar als enige geen moeite mee maar bij de menselijke leden van het avontuurlijk gezelschap loopt die temperatuur en het volume van het debat wat op. Uiteindelijk komen we door geniale oriëntatie op zon, karakteristieke landschapseigenschappen en toeval toch weer op het goed pad. Als je heel goed kijkt kan je met wat fantasie een smiley zien in de zweetplakken op Joshua’s rug. (ik vond het in ieder geval grappig).

 

We lopen eigenlijk een stuk om en komen ook veel te hoog uit maar na ruim 300 hoogtemeters en enkele kilometers door het bos ploeteren komen we bij de ruïne. Daarna snel verder dalen voor de welverdiende Radler met: De eerste Marillenknödel! Dat is een zoet deegdingetje met een abrikoos erin. De lokale lekkernij hier. 

 

Van Spitz de ruim twee kilometer maar langs de Donau gelopen. Daar weten we tenminste van dat die weinig hoogtemeters kent. Thuis lekker zelf wat gekookt en verrast door het bezoek van drie krijsende valkkuikens. Buiten de acht katten van de buurvrouw en onze Rakas kregen die ook de aandacht van enkele lokale Oostenrijkers. Als ik dan om heen kijk kan ik de vergelijking met Volendam en Marken niet onderdrukken.